top of page

Aan de wandel met dictee


Al eerder schreef ik een blog over een wandeldictee dat je ook lekker buiten kunt doen. Deze oefening is een kleine variatie op het wandeldictee, het is iets beter gestructureerd.

Wat heb je nodig?

- Een dicteeschrift en een potlood+gum

- Woordkaarten (simpel te maken in Word, hieronder een sjabloon te downloaden)


Hoe werkt het?

- Maak in Word woordkaarten. Je kunt hiervoor het sjabloon hieronder downloaden. Dan hoef je alleen de woorden aan te passen. Je schrijft de woorden die je in het dictee wilt stoppen op, met een streep eronder. Zo weten de kinderen hoe ze het blaadje moeten houden om het goede woord te lezen. Maak na elk woord een blad met een cijfer.


Wandeldictee voorbeeld
.docx
Download DOCX • 21KB

- Print de woordkaarten dubbelzijdig uit. Zo heb je aan de ene kant een woord en aan de andere kant een cijfer.

- Leg de woordkaarten verspreid door de klas/ruimte.

- De kinderen hebben hun dicteeschrift voor zich. Ze schrijven in hun schrift, voor de kantlijn nummers. Net zoveel nummers als dat je woorden in het dictee hebt zitten. Ik heb er bij mij voor gekozen om dit met 7 woorden te doen.

- Dan gaan de kinderen door de klas lopen op zoek naar woorden. Zien ze een nummer? Dan moeten ze het nummer goed onthouden en kijken op de achterkant welk woord daarbij hoort. Ze lopen terug naar hun tafel en schrijven dit woord bij het juiste nummer. Belangrijk hierbij is dat ze hun schrift op hun tafel laten liggen en niet meenemen. Als ze het schrift meenemen is het geen dicteeoefening meer, maar zijn ze aan het overschrijven.

- Zo gaan ze net zo lang door tot ze alle woorden hebben opgeschreven.

- Iedereen klaar? Dan kun je klassikaal de woorden nog even laten controleren door ze bijvoorbeeld op het bord te laten zien.

bottom of page